Derde Spoor Betuwelijn – Zevenaar
In 2010 moest er besluitvorming plaatsvinden over het derde spoor van de Betuwelijn bij Zevenaar. PIM bracht inzicht in alle mogelijke tracés en scenario's. Dat leverde duidelijkheid op, waarmee een moeilijke boodschap goed geargumenteerd kon worden en de angel uit de discussie werd gehaald.
Hoe het was
In 2010 moest over het laatste stuk van de Betuwelijn van Zevenaar naar Duitsland nog besluitvorming plaatsvinden.
De besluitvorming van het hele traject had al 10 jaar geduurd en moest worden vlotgetrokken. De eerste twee sporen van de Betuweroute naar Duitsland waren al aangelegd en hiervoor waren bewoners onteigend. Nu was de grote vraag: aan welke kant moet het derde spoor komen? De omgeving werd voor de tweede keer geconfronteerd met de gevolgen van het project de Betuweroute. Ook werden met het derde spoor de geluids- en veiligheidscontouren breder. Potentieel lag weerstand op de loer, wat altijd leidt tot vertraging. Bewoners hadden immers al jaren in onzekerheid geleefd, buren waren onteigend. Ze wilden niet nog eens in zo’n lang en onzeker traject terechtkomen.
Hoe pakten we het aan?
Samen met de gemeente Zevenaar is de situatie voor dit stuk Betuweroute opnieuw in kaart gebracht en zijn de gevolgen van het eerste deel van de uitvoering geïnventariseerd. Door eerst terug te kijken kregen het project team en de gemeente inzicht in de risico’s en in de gevolgen van de twee sporen voor de mensen die er nog woonden. Ze werkten scenario’s uit en onderzochten per oplossing de gevolgen voor de omgeving en de kosten. Nadat het projectteam bij het ministerie en kort daarna bij de gemeente de essentie van de alternatieven en hun effecten had gepresenteerd en alle scenario’s had gewogen, bleef één voorkeursroute over. Bij deze route zouden weinig mensen nadeel ondervinden. Maar één woning werd nog geraakt door het derde tracé, een woning die trillingshinder had van de Betuweroute. Samen met de gemeente ging de projectmanager praten met deze bewoners. Ze kwamen gezamenlijk tot de conclusie dat uitkopen en verhuizen voor alle partijen de beste oplossing was. De bewoners hadden een uitweg uit een voor hen ongunstige situatie. Daarmee was de angel uit de discussie en kon de gemeente snel een keuze maken voor het tracé van het derde spoor.
Wat hebben we geleerd?
Ook uit dit project blijkt hoe belangrijk juiste en heldere informatie is. Men- sen worden onteigend voor gebieds- ontwikkelingen en infrastructuur, een ingrijpend proces. Het is dan belang- rijk om daar menselijk mee om te gaan. Je moet als overheid hele goede argumenten hebben en het de mensen altijd kunnen uitleggen. Nut en noodzaak moeten klip en klaar zijn. Ook in dit soort situaties is beeldtaal belangrijk. Met beelden kun je visueel uitleggen waarom een oplossing de minst slechte is. Door het persoonlijk toe te lichten en het visueel te maken, krijgt het plan eerder acceptatie.
We leerden nog iets anders, dat we niet van tevoren hadden bedacht. ProRail en het ministerie waren gewend om rapporten te krijgen en om het daar vervolgens maanden over te hebben. Omdat wij geen rapporten schreven maar scenario’s in kaarten presenteerden, overvielen we hen eigenlijk een beetje. Zo snel, zo concreet, bij het ministerie hadden ze het gevoel dat ze te snel gedwongen werden om een besluit te nemen. Het besluit ging wel door omdat de gemeente Zevenaar akkoord was. Wij dachten dat het ministerie ook blij zou zijn. Maar de reactie was in eerste instantie terughoudend: ‘We worden overvallen. Wat gebeurt hier?’ We leerden dat voor het versnellen van een project niet alleen de projectinformatie helder moet zijn. Maar ook dat je je werkwijze en intenties bij overkoepelende verantwoordelijken duidelijk moet maken. Dat je mensen bij de overheidsinstanties ook moet meenemen in het proces.