HWBP Noordelijke Maasvallei
Bert van Dijk
Ontwikkelaar van PIM concept voor projectversnelling
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma Noordelijke Maasvallei heeft de opgave om veertien dijkringen te versterken of te verleggen. PIM ondersteunde het waterschap met de PIM-diensten.
HWBP Noordelijke Maasvallei openbaar
Welkom op de openbare viewer van de HWBP Noordelijke Maasvallei. Hieronder ziet u alle kaartlagen die beschikbaar zijn. Klik op “ondergrond” om de basis kaart aan te passen. Standaard staat het ontwerp aan. Klik op de titels om de kaartlagen te openen of te verbergen.
Hoe het was
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma Noordelijke Maasvallei (HWBP) staat voor de opgave 14 dijkringen te versterken of te verleggen. In 2016 nam het bestuur van het waterschap Peel en Maas (nu waterschap Limburg) een beslissing hierover. In het oorspronkelijke plan was voorzien dat het 8 jaar ging duren, maar het bestuur vond dat te lang. De Maasvallei was in 1993 en 1995 immers al eens overstroomd en de klimaatberekeningen in het plan gaven aan dat dit steeds vaker kon gebeuren. Het bestuur wilde daarom versnellen: van 8 jaar naar 4 jaar.
Hoe pakten we het aan?
Het project maakte een vliegende start: in de zomer van 2016 werd het informatiefundament in 2 maanden opgezet. Alle betrokkenen hadden vanaf dat moment toegang tot dezelfde informatie voor alle 14 dijkringen en konden profiteren van de betrouwbare informatie die ieder moment opvraagbaar was. Het informatiefundament is ook gebruikt om offertes op te vragen bij adviesbureaus voor ingenieursdiensten. En was tevens de basis om in het najaar van 2016 de eerste alternatieven voor het dijktracé te tekenen, te presenteren en te beoordelen. In januari 2017 werden de eerste informa- tieavonden gehouden. Binnen een half jaar was het project vol op stoom met een projectteam van 150 mensen, inclusief adviseurs en stakeholders.
‘Ja, zo was het’
Het plan had grote impact op de omliggende bebouwing en het valleiland- schap. Bewoners vonden het belangrijk dat ze zicht bleven houden op het rivierlandschap. Op informatieavonden kregen bewoners informatie over het waarom en ze kregen inzicht hoe mogelijke scenario’s voor hen zouden uit- pakken. Tijdens deze avonden maakten we eerst het waterpeil op verschil- lende momenten in de tijd visueel op kaarten. We toonden tot hoever het Maaswater stond in 1993 en 1995. Dit riep meteen herinneringen op: ‘ja, bij de buren stond het water tot de stoep’. Daarna toonden we in stappen hoe hoog het water zou komen in 2020 en 2050 en 2075. In vier muisklikken was nut en noodzaak van bescherming voor huizen en bedrijven duidelijk.
Met de kaartlagen maakten we de essentie van de situatie voelbaar. Daarna begon de discussie: Waar leggen we de dijk? Welke huizen beschermen we hiermee? En welke niet? Dat laatste besprak de omgevingsmanager ook persoonlijk met de betrokken bewoners aan de keukentafel, met de kaartlagen als informatiebron.
Het resultaat was de beoogde snelheid in de verkenning en planvorming voor dijkversterking. Het is gelukt om snel tot definitieve en formele beslui- ten te komen. Onder andere dankzij de PIM-aanpak zijn risico’s in beeld gekomen en konden vroegtijdig maatregelen worden genomen. Voor de eerste dijkringen is het voorkeursalternatief en projectbesluit met draagvlak genomen. In 2020 werden de plannen voor de eerste dijkringen aan- besteed. In 2023 zijn de dijkringen bij Heel en Beesel verhoogd, de anderen volgen de komende jaren.
Wat hebben we geleerd?
We ervaarden dat de aanpak met projectinformatiemanagement als centrale spil bij heel verschillende projecten toepasbaar is. Het visualiseren van data werkt bij projecten voor gebiedsontwikkeling, voor infrastructuur, voor energie-infra en dijkversterking. Alle projecten zijn weliswaar anders en hebben hun projecteigen kenmerken en logica. Maar dat betreft met name de techniek. Het betrekken van bewoners en belanghebbenden en de afwegingen over groen en water, verkeer, natuur, omgeving, onteigening of niet, zijn gelijk. Het type informatie is anders, de processen zijn gelijk.
Met dit project zagen we de bevestiging daarvan. We hebben samen met de ICT-afdeling van waterschap Limburg geleerd dat de PIM-aanpak ook een cultuuromslag is. We kwamen tot het besef dat informatie- en datamanagement mensenwerk is. En dat projecten een speciale ICT- behoefte hebben, namelijk een dynamisch ruimtelijk overzicht van de projectinformatie. Er is dus specifieke software nodig om de werkprocessen in projecten te ondersteunen.
De voortvarende aanpak van HWBP Noordelijke Maasvallei viel op in waterschapsland. Het ‘meenemen’ van bewoners kreeg zijn beslag in het motto van het waterschap dat inmiddels Waterschap Limburg was geworden: ‘met de omgeving, voor de omgeving’. Andere waterschappen kwamen langs om de Limburgse aanpak inclusief het projectinformatie- management te ervaren. Waterschap Vallei en Veluwe ging project- informatiemanagement toepassen bij HWBP Grebbedijk.
En ook Waterschap Aa en Maas en de Drents Overijsselse Delta (WDOD) introduceerden projectinformatiemanagement in hun HWBP’s, ondersteund door consultants van PIM.info. Het Waterschap Limburg besloot de PIM-aanpak zelf te gaan uitvoeren met eigen mensen en middelen. Zo hebben we samen met vooruitstrevende ambtenaren en projectteams onze PIM-aanpak steeds verder ontwikkeld en verfijnd.